Een eigenwijs prentenboek voor alle kinderen die buiten op hun best zijn. Vijf buurkinderen zijn het liefst de hele dag buiten, wat voor weer het ook is. De grote mensen vinden dat niet altijd een goed idee. Het is te warm of te koud, het regent of het waait te hard. ‘Wat nou te koud, te warm, te nat, te donker?’ vinden de kinderen. Dat is toch juist allemaal fijn? ‘Naar buiten! Naar buiten!’ roepen ze elke dag weer. Als ze eenmaal op pad zijn, spelen ze niet alleen, maar zoeken ze ook naar schatten. Die vinden ze in de kleinste dingen, maar heel soms ook in iets groots…
Een eigenwijs prentenboek voor alle kinderen die buiten op hun best zijn. Vijf buurkinderen zijn het liefst de hele dag buiten, wat voor weer het ook is. De grote mensen vinden dat niet altijd een goed idee. Het is te warm of te koud, het regent of het waait te hard. ‘Wat nou te koud, te warm, te nat, te donker?’ vinden de kinderen. Dat is toch juist allemaal fijn? ‘Naar buiten! Naar buiten!’ roepen ze elke dag weer. Als ze eenmaal op pad zijn, spelen ze niet alleen, maar zoeken ze ook naar schatten. Die vinden ze in de kleinste dingen, maar heel soms ook in iets groots…